BeSTconcept

Bestconcept voor balans en stabiliteitstraining

Leerdoelen 3daagse cursus


De cursus bestaat uit 3 afzonderlijke dagen met minimaal een week ertussen.


Dag 1

Balanceren, sturen en afstemmen

Leerdoelen:

  • de cursist krijgt inzicht in de complexiteit van de sturende functies van het lichaam
  • de cursist krijgt inzicht in het verschil tussen resultaat gericht presteren en uitvoeringsgericht oefenen
  • de cursist krijgt inzicht in verschillende coachingsstrategieën
  • de cursist krijgt inzicht in de invloed van intenties, cognities en emoties bij houding en beweging
  • de cursist krijgt inzicht pijneducatie in de bewegende praktijk toe te passen zodat de patiënt niet alleen leert d.m.v. weten, maar juist ook door middel van voelen
  • het accepterend oefenen, mindfulnessbased wordt verduidelijkt
  • het begrip regelruimte wordt geïntroduceerd en ervaren
  • het begrip beheersing wordt verduidelijkt
  • de cursist krijgt inzicht in de verschillende spierfuncties die bijdragen aan onze totaalmotoriek
  • de cursist krijgt basis-inzicht in de wijze van observeren en waarnemen van de bewegende patiënt en verbindt daaraan conclusies voor het methodisch behandelen
  • de cursist krijgt inzicht in de verschillende manieren van motorisch leren


Dag 2

De veerkracht van het lichaam

Leerdoelen:

  • de cursist krijgt inzicht in de relatie van het middenrif en ademhaling met motor-control
  • de cursist krijgt inzicht in de term steun met betrekking tot stabiliteit en motor-control
  • de cursist krijgt inzicht in de term 'vertrouwen' in relatie tot houding en beweging
  • de cursist krijgt inzicht in de mogelijkheden de patiënt te ondersteunen en ziet de noodzaak daarvan in bij de motorische reëducatie; we noemen dit downgraden
  • de cursist krijgt inzicht in verschillende belevenissen van gevoelens; pijnbrein vs. fijnbrein
  • de cursist krijgt inzicht in de term corestability zoals die in deze cursus bedoeld wordt; zowel spannen als ontspannen
  • de cursist leert oefenstof aan te bieden op impliciete wijze waarbij laten het bewegen van gewrichten van meer belang is dan het bewust aanspannen van spieren
  • de cursist krijgt inzicht in de gevaren die bestaan bij het zogenaamde planken wat toegepast wordt bij sportclubs en fitness
  • de cursist krijgt inzicht in spannen of ontspannen waar het gaat om het intrainen van stabiliteit
  • de cursist krijgt inzicht in het juist uitvoeren van stabiliteitsbruggen
  • de cursist krijgt uitgebreider inzicht in de wijze van observeren en waarnemen van de bewegende patiënt en verbindt daaraan conclusies t.a.v. gekozen interventies
  • de cursist krijgt inzicht in het toepassen van neuro-activatie bij het bestaan van weak-links
  • Na twee dagen heeft de cursist voldoende inzicht en tools om op een wijze die past bij de visie van het BeSTconcept de patiënt te banaderen en te behandelen en daar ervaring mee op te doen.



Krachtige persoonlijkheid


Hier naast klik je een video aan van iemand die met goed voelende capaciteiten voor het eerst een buikbrug 2 meemaakt. Ze voelt gelukkig aan dat het te zwaar voor haar is. Veel mensen gaan juist door omdat ze sterker willen worden of schamen zich 'zo zwak' te zijn, terwijl het juist van belang is stabiel te blijven ondanks de oefening. De krachtige persoonlijkheid stopt tijdig een oefening. Ze heeft nog wat te leren voordat ze mag gaan trainen!



Na BeST-instructie


Dezelfde dame als hierboven na hulp en instructie van een BeST-therapeut.

Ze verwoordt zelf mooi de verschillen. Ze traint nu niet onnodig zwaar, maar er gebeurt genoeg in het lichaam en het brein om van een waardevolle oefening te kunnen spreken. Ze overbelast niet maar geeft het brein wel informatie.

Leer hoe je dat doet als therapeut in deze cursus
  • 


Dag 3

Waarnemen en behandelen; stabiliteit en mobiliteit bekkengordel


Algemene leerdoelen, inzichten en competenties die reeds verkregen zijn tijdens de eerste twee dagen worden specifieker toegepast op de motor control van bekkengordel; LWK, bekken, bekkenbodem, heup, ademhaling.


Leerdoelen:

  • de cursist krijgt inzicht in de verschillende behandeldoelen per oefening en de uitvoering daarvan
  • de cursist krijgt inzicht in de rol van buikdruk bij motor-control van de bekkenregio
  • de cursist krijgt inzicht in de rol van de periferi bij motor-control van de bekkenregio (positie CWK en onderste extremiteit)
  • de cursist krijgt inzicht in de rol van het diafragma / ademhaling bij motor-control van de bekkenregio
  • de cursist krijgt de beschikking over een scala aan oefeningen die ten dienste staan van stabiliteit rondom het bekken en leert deze oefenstof op te bouwen middels een logisch behandelproces; musculatuur die hier onder andere aan verbonden is: mm. multifidi, buikspieren, m. iliacus, m. psoas major, m. quadr.lumb., diafragma, bekkenbodem
  • de cursist leert vaardigheden aan om de oefenstof bij de patiënt aan te leren en te evalueren
  • de cursist kan werken met het denkmodel dat beschrijft dat een vrij bewegende heup een rustige en stabiele romp waarborgt en andersom
  • de cursist kan aangeven dat pijn de stabiliserende functies wijzigt (MCI)en weet dat deze niet altijd terugkomen na herstel van een oorspronkelijk acute pathologie met blijvende klachten (pijn en functieverlies) tot gevolg
  • de cursist kan bij de patiënt met somatisch onverklaarbare lichamelijke klachten als chronische bekkeninpijn begrijpen en inzien dat de lichamelijke functies die de stabiliteit verzorgen, verminderd adequaat aangestuurd zijn; verlies van motor-control
  • de cursist kan de houding van de patiënt beschrijven tijdens balansopdrachten en benoemen waar verkrampende compensatoire reacties ontstaan
  • de cursist kan de kenmerken van spanning en nevenbewegingen herkennen tijdens bewegingsopdrachten
  • de cursist kan met behulp van de Swissbal een patiënt duidelijk maken hoe de stabiliserende functies in het lichaam plaats vinden en op welke wijze deze afwijkt van de norm
  • de cursist kan door middel van zogenaamde brugoefeningen diagnosticeren waar de weak-links (deficiten in de neuro motor-control zich bevinden
  • de cursist kan aangeven hoe de patiënt tijdens oefenvormen te instrueren, coachen en ondersteunen (downgraden) om tot een normalisering van de gestoorde neuromotoriek te komen i.c. vrij beweeglijke heup met ontspannen balancerende romp / bekkenbodemmusculatuur
  • de cursist begrijpt en kan uitleggen dat er bij inadequate houding en beweging geen sprake hoeft te zijn van spierkrachttekort, maar van spierfunctietekort met een inadequate aansturing in de gehele keten
  • de cursist maakt gebruik van het denkmodel dat cognitief loslaten en ontspannen adequate neuromotoriek vrij maakt op basis van automatische regelmechanismen
  • de cursist onderkent de relatie van de emotionele status van de patiënt met zijn/haar houding en beweging; het lichaam volgt de aandacht
  • de cursist kan de swissbal inzetten als hulpmiddel bij de behandeldoelstelling maar ziet in dat ook andere materialen gebruikt kunnen worden met gebruik maken van dezelfde visie op oefenen van motor control
  • de cursist onderkent het denkmodel waarbij er uitgegaan wordt dat spieren in hun actief insufficiënte houding, bijdragen aan de ondersteunende motorcontrol-activiteiten en kan de oefenstof daar op aanpassen en ontwikkelen
  • de cursist kan oefenstof begrijpen die uitgaat van de balancerende positie met later uitdagingen met oefenstof die plaats vindt in meer bedreigende posities.
  • de cursist leert dat het overmatig aanspannen van de rompmusculatuur tot pathologie en klachten kan leiden; verhoogde buikdruk, overactieve bekkenbodem, gestoord ademen, gespannen heupfunctie
  • de cursist onderkent dat het uitvoeren van oefenstof met aandacht voor het bewegingsproces meerwaarde heeft boven het alleen doen van oefeningen
  • het begrip balansrekken wordt geïntroduceerd
  • de cursist krijgt inzicht in een gewijzigde vorm van rekken waarbij de aandacht gaat naar regelruimte en bewegingsfuncties i.p.v. naar weefsels
  • de cursist krijgt specifiek inzicht in de wijze van observeren en waarnemen aangaande de vrij bewegende heup bij de bewegende patiënt met bekken en/of lagerugklachten en verbindt daaraan conclusies
  • de cursist krijgt inzicht in de rol van buikdruk bij motor-control
  • de cursist krijgt de beschikking over een scala aan oefeningen die ten dienste staan van stabiliteit rondom het bekken en leert deze oefenstof op te bouwen middels een logisch behandelproces
  • de cursist leert vaardigheden aan om de oefenstof bij de patiënt aan te leren en te evalueren
  • de cursist leert het behandelconcept toepassen bij chronische pijn


Share by: