Dag 3
Waarnemen en behandelen; stabiliteit en mobiliteit bekkengordel
Algemene leerdoelen, inzichten en competenties die reeds verkregen zijn tijdens de eerste twee dagen worden specifieker toegepast op de motor control van bekkengordel; LWK, bekken, bekkenbodem, heup, ademhaling.
Leerdoelen:
- de cursist krijgt inzicht in de verschillende behandeldoelen per oefening en de uitvoering daarvan
- de cursist krijgt inzicht in de rol van buikdruk bij motor-control van de bekkenregio
- de cursist krijgt inzicht in de rol van de periferi bij motor-control van de bekkenregio (positie CWK en onderste extremiteit)
- de cursist krijgt inzicht in de rol van het diafragma / ademhaling bij motor-control van de bekkenregio
- de cursist krijgt de beschikking over een scala aan oefeningen die ten dienste staan van stabiliteit rondom het bekken en leert deze oefenstof op te bouwen middels een logisch behandelproces; musculatuur die hier onder andere aan verbonden is: mm. multifidi, buikspieren, m. iliacus, m. psoas major, m. quadr.lumb., diafragma, bekkenbodem
- de cursist leert vaardigheden aan om de oefenstof bij de patiënt aan te leren en te evalueren
- de cursist kan werken met het denkmodel dat beschrijft dat een vrij bewegende heup een rustige en stabiele romp waarborgt en andersom
- de cursist kan aangeven dat pijn de stabiliserende functies wijzigt (MCI)en weet dat deze niet altijd terugkomen na herstel van een oorspronkelijk acute pathologie met blijvende klachten (pijn en functieverlies) tot gevolg
- de cursist kan bij de patiënt met somatisch onverklaarbare lichamelijke klachten als chronische bekkeninpijn begrijpen en inzien dat de lichamelijke functies die de stabiliteit verzorgen, verminderd adequaat aangestuurd zijn; verlies van motor-control
- de cursist kan de houding van de patiënt beschrijven tijdens balansopdrachten en benoemen waar verkrampende compensatoire reacties ontstaan
- de cursist kan de kenmerken van spanning en nevenbewegingen herkennen tijdens bewegingsopdrachten
- de cursist kan met behulp van de Swissbal een patiënt duidelijk maken hoe de stabiliserende functies in het lichaam plaats vinden en op welke wijze deze afwijkt van de norm
- de cursist kan door middel van zogenaamde brugoefeningen diagnosticeren waar de weak-links (deficiten in de neuro motor-control zich bevinden
- de cursist kan aangeven hoe de patiënt tijdens oefenvormen te instrueren, coachen en ondersteunen (downgraden) om tot een normalisering van de gestoorde neuromotoriek te komen i.c. vrij beweeglijke heup met ontspannen balancerende romp / bekkenbodemmusculatuur
- de cursist begrijpt en kan uitleggen dat er bij inadequate houding en beweging geen sprake hoeft te zijn van spierkrachttekort, maar van spierfunctietekort met een inadequate aansturing in de gehele keten
- de cursist maakt gebruik van het denkmodel dat cognitief loslaten en ontspannen adequate neuromotoriek vrij maakt op basis van automatische regelmechanismen
- de cursist onderkent de relatie van de emotionele status van de patiënt met zijn/haar houding en beweging; het lichaam volgt de aandacht
- de cursist kan de swissbal inzetten als hulpmiddel bij de behandeldoelstelling maar ziet in dat ook andere materialen gebruikt kunnen worden met gebruik maken van dezelfde visie op oefenen van motor control
- de cursist onderkent het denkmodel waarbij er uitgegaan wordt dat spieren in hun actief insufficiënte houding, bijdragen aan de ondersteunende motorcontrol-activiteiten en kan de oefenstof daar op aanpassen en ontwikkelen
- de cursist kan oefenstof begrijpen die uitgaat van de balancerende positie met later uitdagingen met oefenstof die plaats vindt in meer bedreigende posities.
- de cursist leert dat het overmatig aanspannen van de rompmusculatuur tot pathologie en klachten kan leiden; verhoogde buikdruk, overactieve bekkenbodem, gestoord ademen, gespannen heupfunctie
- de cursist onderkent dat het uitvoeren van oefenstof met aandacht voor het bewegingsproces meerwaarde heeft boven het alleen doen van oefeningen
- het begrip balansrekken wordt geïntroduceerd
- de cursist krijgt inzicht in een gewijzigde vorm van rekken waarbij de aandacht gaat naar regelruimte en bewegingsfuncties i.p.v. naar weefsels
- de cursist krijgt specifiek inzicht in de wijze van observeren en waarnemen aangaande de vrij bewegende heup bij de bewegende patiënt met bekken en/of lagerugklachten en verbindt daaraan conclusies
- de cursist krijgt inzicht in de rol van buikdruk bij motor-control
- de cursist krijgt de beschikking over een scala aan oefeningen die ten dienste staan van stabiliteit rondom het bekken en leert deze oefenstof op te bouwen middels een logisch behandelproces
- de cursist leert vaardigheden aan om de oefenstof bij de patiënt aan te leren en te evalueren
- de cursist leert het behandelconcept toepassen bij chronische pijn